Hoe is het voor u om mantelzorger te zijn?
"Mantelzorger ben je met liefde en geduld. Mantelzorger zijn komt op je weg, dat doe je gewoon. Van de thuiszorg moet ik tegen mijn man zeggen dat hij ’s avonds en 's nachts niet meer zijn bed uit mag komen om naar het toilet te gaan. Hij gaat dan vaak voor niets. Als mijn man teruggaat naar bed, gaat hij dwars in bed liggen, op mijn helft. Ik kan hem dan niet meer recht leggen, vanwege artrose in mijn arm. Tegen mijn man zeggen dat hij niet meer naar toilet mag, vind ik best moeilijk, maar je groeit erin."
"Ik kan nergens meer zomaar heen, want ik kan mijn man niet alleen laten. Mijn wereld is kleiner geworden. Ik kan niet lang weggaan en dit beangstigt me soms, want ik raak uit het gewone leven. Ik voel me soms ontzettend beperkt in andere levenssituaties. Het is ook mijn eigen einde van het leven en daar had ik me wel een andere voorstelling van gemaakt. Gelukkig is mijn man iemand die vrolijk is en veel humor heeft. Mijn man gaat verschillende dagdelen naar de dagopvang hier beneden, binnen de Looborch. Het geeft mij de handen vrij om er zelf eens uit te gaan overdag. Maar ik kan nooit lange tijd achter elkaar weg, dat vind ik wel jammer. Onlangs hebben de kinderen op mijn man gepast, zodat ik er een weekend tussenuit kon."
Zijn uw kinderen betrokken bij de zorg voor hun vader?
Mijnheer en mevrouw hebben vijf kinderen. Twee dochters wonen in de buurt. Eén dochter heeft een jaar geleden haar eigen dochter van 18 jaar verloren. Eén zoon is momenteel aan het verhuizen naar Zeist. Hij heeft werk gevonden in Zeist. Op de vraag of mevrouw haar kinderen weten hoe het is om mantelzorger te zijn geeft ze als antwoord: "Ik heb het idee dat mijn kinderen onderschatten wat mantelzorg is. De kinderen hebben hun eigen dingen en werk. Je leeft toch ook op emotionele afstand van elkaar. Ik ben bijvoorbeeld minder verdrietig om het overlijden van mijn kleindochter dan mijn dochter. En zo heeft zij dat ook als het om de zorg voor mijn man gaat. Dat staat toch verder van haar af. Mijn ene dochter doet de begeleiding wat betreft de zorgkant. Zo helpt ze mij bijvoorbeeld bij het bezoeken van tehuizen, waar mijn man eventueel op termijn geplaatst kan worden. Niet dat dit nu speelt hoor. Mijn andere dochter doet de administratie. Dit vindt ze wel moeilijk, maar ik heb altijd gezegd dat ik dit er niet bij wil en kan doen."
En anderen, ontvangen u en uw man steun van mensen buiten uw familie?
Mevrouw en mijnheer zijn lid van een kerk. "Het doet me goed dat mensen van de kerk met mijn man praten na de dienst tijdens het koffiedrinken". Op de vraag of zij enigszins beseffen wat mantelzorg geven voor u betekent, zegt mevrouw dat ze zich er niet echt in verdiepen wat het geven van mantelzorg inhoudt. "Mijn buurvrouw weet het wel, want zij heeft zelf voor haar man gezorgd toen deze ziek was." Op de buurvrouw kan mevrouw een beroep doen als ze hulp nodig heeft.
Heeft u nog tijd voor eigen bezigheden en hobby's?
"Ik schilderde bij een schilderclubje en dit zou ik soms best nog weleens willen doen. Maar het kan niet meer, ook omdat ik nu artrose heb in mijn arm denk ik dat het niet meer kan. Ik kan goed thuis zijn en ik lees graag. Als mijn man ’s avonds in bed ligt, heb ik tijd voor mezelf. Ik zal wel zien waar het schip strandt. Acceptatie van de toestand waarin je terecht komt maakt de hulp en de zorg makkelijker."